Voorbeeldzoekerx
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS
Woordenboeken
- INT (500 AD - heden)
- Etymologiebank
- Woordenlijst.org
Corpora en lexica
- Corpus Hedendaags NederlandsClarin login
- GrETEL (CGN, Lassy)
- SoNarClarin login
- Delpher
- CelexClarin login
Overige bronnen
- Taalportaal
- DBNL
- Taaladvies.net
- Wikipedia
1.5.3.2 Assimilatie van stem bij functiewoorden
Woordcombinaties met functiewoorden vertonen speciaal gedrag wat betreft stemhebbendheid. We zien dat bij werkwoorden die gevolgd worden door een voornaamwoord dat met een klinker begint, zoals de werkwoordsvormvond:
Tabel 1. De werkwoordsvormvond + voornaamwoord
| vond-ik | vɔnd-ɪk | (vɔn.tɪk)###ω### /(vɔn.tək)###ω### |
| vond-ie | vɔnd-i | (vɔn.ti)###ω### |
| vond-et | vɔnd-ət | (vɔn.tət)###ω### |
In de fonetische vormen in Tabel 1 heeftFinale Verscherping plaatsgevonden. Daardoor is ded in de coda van het werkwoordvond eent. Dezet staat in de fonetische vorm in de aanzet van de tweede syllabe doorprosodische integratie: het cliticum vormt één prosodisch woord met het gastwoord. We kunnen dit als volgt analyseren: Finale Verscherping is een regel die verplicht werkt op lettergrepen van woorden in isolatie: het is een regel van dewoordfonologie. De stemloos geworden consonant kan daarna in verbonden spraak verschuiven naar een aanzetpositie, het begin van de tweede syllabe, omdat werkwoord en cliticum één prosodisch woord vormen.
In frequente combinaties van werkwoorden met een clitisch voornaamwoord kan intervocalische stemassimilatie optreden. In het corpus-Ernestus
Zie Ernestus (2000: 338-340).
vinden we een aantal gevallen van werkwoorden gevolgd doorɪk ofət waar de slotconsonant van het werkwoord vaak ook stemhebbend werd uitgesproken, zoals in de volgende woordcombinaties (de klinker vanik kan ook alsə worden uitgesproken):We zien hier de werking van de regel vanIntervocalische Stemassimilatie die ook het optreden van eenz in de fonetische vorm van het woordhuisartshœyzɑrts verklaart. De intervocalische stemhebbende obstruenten zijnambisyllabisch als ze worden voorafgegaan door een ongespannen klinker; ze staan in de aanzet van de tweede syllabe als ze na een gespannen klinker of diftong staan. Daardoor zijn deze medeklinkers niet alsnog onderhevig aan Finale Verscherping.
Functiewoorden die met eend beginnen kunnenProgressieve assimilatie van stem ondergaan. Een klassiek voorbeeld is de zinIs tat juist, op tie manier?
Deze zin is de titel van Van Haeringen (1955).
Hier zijn ded's van de woordendat endie stemloos gerealiseerd, als in (2a). Normaal gesproken vindt voorb end juistRegressieve assimilatie van stem plaats, en zou deze zin worden gerealiseerd met de fonetische vorm (2b):2a[ɪstɑt jœyst, ɔpti mani:r ?]
b[ɪzdɑt jœyst, ɔbdi mani:r ?]
Het mogelijk stemloos worden van ded na een stemloze obstruent geldt voor de volgende functiewoorden:
Ernestus (2000: 349-361).
3de, dit, deze, dat, die, daar, d'r, dan
Het gevolg van dit soort fonologische processen is dat in een zin alsIk geef er niet om de woordreeksgeef er op vier manieren kan worden uitgesproken:
4[ɣefər], [ɣevər], [ɣeftər], [ɣevdər]
De stemloosheid van de begin-d van functiewoorden
VerdiepingDe stemloosheid van de begin-d van functiewoorden
Waarom zijn het juist de begin-d's van functiewoorden in (3) die gemakkelijk alst kunnen worden, uitgesproken? In Zonneveld (1983) is als verklaring voorgesteld dat zulke functiewoorden optioneel samen met het voorafgaande woord één prosodisch woord vormen. Omdat binnen prosodische woorden obstruentclusters bij voorkeur stemloos zijn, zou dit dan ook gaan gelden voor woordcombinaties alsis dat. Probleem van deze verklaring is dat stemhebbende obstruentclusters binnen prosodische woorden niet uitgesloten zijn. Zo heb je leenwoorden alslabdalɑbda met de stemhebbende clusterbd, eigennamen alsAcdaɑɡda enAbdulɑbdul, en stemhebbende clusters in de verledentijdsvormen van werkwoorden, zoalstobdetɔbdə enraasderazdə.
Ernestus (2000: hoofdstuk 7) stelt een andere verklaring voor. In haar analyse zijn obstruenten in coda's niet gespecificeerd voor stem, krachtens de regel vanFinale Verscherping. Zo'n obstruent wordt daarom stemloos gearticuleerd, tenzij de volgende medeklinker stemhebbend is. Dan is een stemhebbende uitspraak ook een optie. Als het volgende woord een functiewoord is (zoals het woorddie in de woordgroepop die manier), levert een stemloze articulatie van de begin-d alst articulatiegemak op, vergeleken met een stemhebbende uitspraak: de stembanden hoeven niet in trilling te worden gebracht. Zo'n stemloze articulatie kan zonder problemen, omdat het functiewoord niet onherkenbaar wordt door die uitspraak. Functiewoorden hebben namelijk een hoge mate van voorspelbaarheid en herkenbaarheid vergeleken met lexicale woorden, mede door hun hoge frequentie, en dus levert een stemloze uitspraak van ded in dit geval geen problemen op.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
| versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
| 3.0 | Geert Booij | oktober 2020 | |
| 2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
| 2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |
Interessante links



