Voorbeeldzoekerx
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS
Woordenboeken
- INT (500 AD - heden)
- Etymologiebank
- Woordenlijst.org
Corpora en lexica
- Corpus Hedendaags NederlandsClarin login
- GrETEL (CGN, Lassy)
- SoNarClarin login
- Delpher
- CelexClarin login
Overige bronnen
- Taalportaal
- DBNL
- Taaladvies.net
- Wikipedia
1.4.5.3 De allomorfie van suffixen met-er
Het suffix-er wordt gebruikt op drie manieren (i) om de vergelijkende trap van adjectieven te vormen (hetcomparatiefsuffix), (ii) om zelfstandige naamwoorden af te leiden, en (iii) om geografische adjectieven te maken.
Het comparatiefsuffix kent de allomorf-der, die wordt gebruikt als het basiswoord uitgaat op eenr:
1-er /ər/: grot-er, lelijk-er, akelig-er
-der /dər/: duur-der, eer-der, helder-der, raar-der
Het optreden van de allomorf-der zorgt ervoor dat er geen klankreeksrərontstaat, een klankreeks die in het Nederlands vermeden wordt. Er zijn ook geen ongelede woorden die deze klankreeks bevatten.
Het optreden vandər nar in plaats vanər zien we ook bij het suffix-er dat zelfstandige naamwoorden afleidt van diverse typen basiswoorden, en bij de suffixen-erig en-erij.
Zie Booij (1998; 2012), Hüning (1999).
2bestuur-der, gluur-der, leer-der, verhuur-der, Bijmermeer-der, Cadier-en-Keer-der;
zeur-derigvergelijkvret-erig
boer-derij, destilleer-derij, stoffeer-derijvergelijkstom-erij
Deze allomorfie kan niet helemaal worden verantwoord door een fonologische regel die eend invoegt achter de eerster in de klankreeksrər, om zo de klankreeksrər in de fonetische vormen van woorden te vermijden. Het is namelijk zo dat de allomorf-der ook wel optreedt in andere fonologische contexten, zoals de volgende voorbeelden laten zien:
3Afrikaan-der, boen-der, dien-der, staan-der, tuin-der
Woorden alsAfrikaner,boener,diener,staner entuiner zijn fonologisch niet onmogelijk, en zouden het verbod oprər niet schenden, maar toch gebruiken we hier na een basiswoord eindigend op eenn de allomorf-der. Uitzonderlijk is dat zowelAfrikaner alsAfrikaander mogelijk is. De twee allomorfen zijn dus niet volledig incomplementaire distributie, dat wil zeggen: het is niet zo dat in iedere fonologische context slechts een van beide allomorfen mogelijk is. Je zou ze ook kunnen beschouwen als twee concurrerende suffixen. Alleen binnen één subdomein, bij basiswoorden die uitgaan opər, moet beslist voor-der gekozen worden, in andere domeinen kunnen beide gebruikt worden.
Een tweede allomorf van het suffix-er dat zelfstandige naamwoorden afleidt is het suffix-aar. Het treedt op als het grondwoord uitgaat opl, r, n voorafgegaan door een sjwa:
4twijfel-aar, Uddel-aar, veredel-aar
klodder-aar, luister-aar, zever-aar
Diemen-aar, eigen-aar, leugen-aar, Leuven-aar, teken-aar
Doordat in dit type woorden het suffix-aar wordt gekozen, wordt vermeden dat een woord uitgaat op twee onbeklemtoonde syllaben.
In plaats van het volgens de hier geschetste regelmaat te verwachtentoveraar heeft het Nederlands een vorm metn:tovenaar.
Het Nederlands geeft de voorkeur aaneen afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde syllaben, al is een reeks van twee onbeklemtoonde syllaben niet onmogelijk. Als bijvoorbeeld het basiswoord opəm eindigt, zoals de werkwoordstambezembezəm, dan is het bijbehorende zelfstandige naamwoordbezemer, een woord dat eindigt op twee onbeklemtoonde syllaben, en niet*bezemaar.Maar in contexten waar-aar mogelijk is, zorgt de keuze voor deze allomorf ervoor dat een optimale prosodische vorm wordt verkregen. In woorden alstwijfelaar draagt de laatste syllabe secundaire klemtoon:twíjfelààr en is er dus een afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde syllaben.
Booij (1998).
De keuze voor-aar is onmogelijk in vergelijkbare fonologische contexten in de comparatiefvormen van adjectieven. De vergelijkende trap vanbitter is bijvoorbeeldbitter-der, niet*bitter-aar. Dit laat zien dat het optreden van-aar in plaats van-er geen zuiver fonologisch voorspelbare alternantie is. Toch is er wel sprake van fonologische motivatie: de keuze van een allomorf is fonologisch gezien niet arbitrair. Twee ongewenste fonetische configuraties worden waar mogelijk vermeden: de klankreeksrər en een reeks van twee onbeklemtoonde syllaben.
De suffixallomorfen-er en-aar zijn allebei historisch afkomstig van het Latijnse suffix-arius. Daarom lijken ze fonologisch op elkaar. Je zou ze, net als-er en-der, als twee aparte, deels concurrerende suffixen kunnen beschouwen. Dit wordt ondersteund door de observatie dat-aar ook gebruikt wordt in de volgende woorden, waarvan het basiswoord niet uitgaat op sjwa plusl, r nzoals:
5dien-aar, ler-aar, minn-aar
Voor deze woorden is het niet mogelijk de allomorf-aar af te leiden van een onderliggende vormər, omdat de vereiste fonologische context (een syllabe met een sjwa) ontbreekt.
Er is nog een derde suffix-er, dat gebruikt kan worden om adjectieven te maken bij geografische namen zoals:
6Assen / Ass-er courant, Enkhuizen / Enkhuiz-er almanak, Groningen / Groning-er koek, Haarlem / Haarlemm-er olie
Het probleem van de reeks van twee onbeklemtoonde syllaben wordt hier opgelost door verkorting van de stam:-en wordt als het ware vervangen door-er. Een vergelijking van de adjectievenAsser (vanAssen) enHarener (van Haren) zoals inHarener Weekblad laat de rol van fonologische beperkingen mooi zien. InAsser is-en vervangen door-er. Bij het woordHaren is dit geen oplossing, omdat dit het adjectiefHarerharər oplevert, met de ongewenste reeksrər. Hier wordt dus geen stamverkorting toegepast, maar de vormHarenaar is ook niet mogelijk omdat-aar alleen kan in zelfstandige naamwoorden. Dus isHarener de enige optie.
Het fonologisch gemotiveerde optreden van-aar zien we ook in een woord alskibbel-arij in plaats vankibb-elerij (vergelijksmed-erij). Dit suggereert dat het suffix-erij moet worden opgevat als een suffixcombinatie:-er-ij.
De suffixen-er en-aar worden onder meer gebruikt om inwonersnamen af te leiden van geografische namen zoals in:
7Amsterdamm-er, Haarlemm-er, Limburg-er, Utrecht-er
Brussel-aar, Haren-aar, Leuven-aar, Nijmegen-aar
met verkorting: Mechelen- Mechel-aar
Bij deze inwonersnamen is er ook een allomorf-enaar, die we ook in enkele niet-geografische zelfstandige naamwoorden vinden:
8Brugg-enaar, Gent-enaar, Maastricht-enaar, Parijz-enaar, Utrecht-enaar, Zwoll-enaar
met verkorting: Devent-enaar
ambt-enaar, kunst-enaar, geweld-enaar, moord-enaar, red-enaar, schuld-enaar
Merk op dat het sufffix-enaar een fonologische vorm heeft, die overeenkomt met de fonologische context voor het suffix-aar: het deel-aar treedt op na een sjwa gevolgd door een alveolaire sonorante consonant.
We zien dus dat er een aantal suffixen, die voor een deel als allomorfen van elkaar kunnen worden opgevat, met elkaar wedijveren bij de vorming van afgeleide zelfstandige naamwoorden. De keuze van een bepaalde vorm (suffix, met eventueel ook stamverkorting) is niet altijd volledig voorspelbaar, maar door die keuze wordt het optreden van de klankreeksrər uitgesloten, en waar mogelijk ook een opeenvolging van twee onbeklemtoonde syllaben. Die laatste beperking is niet absoluut, zoals blijkt uit woorden alsbitterder enbezemer.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
| versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
| 3.0 | Geert Booij | juli 2020 | |
| 2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
| 2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |
Interessante links


