Voorbeeldzoekerx
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags NederlandsClarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNarClarin login
  • Delpher
  • CelexClarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
21.4.9.2.2 Partiële ontkenning
Verder lezen
1
Ontkentniet niet de gehele zin, maar slechts een gedeelte daarvan (partiële ontkenning), dan staat het vóór het gedeelte waar het betrekking op heeft (dus vóór zijn bereik). Enkele voorbeelden, met neutrale intonatie, zijn:
1Hij |heeft| vandaagniet tot vier uur |gewerkt.|
2(Tante zei) |dat| zeniet met tegenzin mee|gegaan was. |
3Bij de wedstrijd |bleken|niet veel pijlen de roos |te raken. |
4(Het schijnt) |dat|niet alle studenten |geslaagd zijn. |
In de zinnen1 t/m4 wordt de werkwoordelijke inhoud zelf niet ontkend. Zin1 betekent dan dat de methij aangeduide persoon vóór vier uur opgehouden heeft met werken. Zin2 drukt uit dat tante wel meegegaan is, en dat dit met plezier gebeurd is. In zin3 wordt meegedeeld dat maar een paar pijlen de roos bleken te raken, en zin4 betekent dat naar het schijnt maar een deel van de studenten geslaagd is. Vergelijk hiermee:
5Hij |heeft| tot vier uurniet |gewerkt.|
6(Tante zei) |dat| ze met tegenzinniet mee|gegaan was.|
7Bij de wedstrijd |bleken| veel pijlen de roosniet |te raken.|
8(Het schijnt) |dat| alle studentenniet |geslaagd zijn.|
In tegenstelling tot de zinnen1 t/m4 hebben we hier te maken met zinsnegatie. In5 heeft de persoon aangeduid doorhij niet gewerkt. Dit geldt voor de periode tot vier uur. Daarna kan hij eventueel nog beginnen te werken. In6 zegt tante dat ze niet meegegaan is, en dat dat met tegenzin gebeurde. Zin7 drukt uit dat het niet raken van de roos geldt voor veel pijlen, en zin8 drukt uit dat geen enkele student geslaagd is.
2
Een bijzonder geval van partiële negatie vormen correctiezinnen. Nu kan in principe elk willekeurig zinsdeel of stuk daarvan (een woord of zelfs een deel van een woord) afzonderlijk ontkend worden.Niet staat vóór het zinsdeel dat ontkend wordt, of voor het zinsdeel waarvan een stuk ontkend wordt. We illustreren dit met een voorbeeld:We hebben gisteren de broer van Ans bezocht. De mogelijke zinsdeel(stuk) ontkenningen zijn:
9aNiet wíj |hebben| gisteren de broer van Ans |bezocht| (, maar zij.)
bWe |hebben|niet gísteren de broer van Ans |bezocht| (, maar vorige week.)
cWe |hebben| gisterenniet de bróer (maar de zus) van Ans |bezocht. |
dWe |hebben| gisterenniet de broer van Áns (maar van Greet) |bezocht.|
eWe |hebben| gisteren de broer van Ansniet |bezócht| (maar opgebeld).
Het ontkende element draagt telkens een zinsaccent dat een contrast aangeeft. Zin9d laat zien dat de ontkenning die bij een deel van de naamwoordelijke constituent hoort, vóór de hele naamwoordelijke constituent komt te staan.
De plaats van het negatie-element kan nu precies dezelfde zijn als bij zinsontkenning (vergelijki), zie bijv.9e en:
10aHij |is|niet zíek |geweest.| (zinsontkenning)
bHij |is|niet zíek |geweest| (, maar lúi.) (partiële ontkenning)
11aIk |heb| het doosjeniet op de kást |gelegd.| (zinsontkenning)
bIk |heb| het doosjeniet op de kást |gelegd| (, maar op de táfel.) (partiële ontkenning)
De context geeft in dit soort gevallen uitsluitsel.
Bij contrastieve partiële ontkenning doen zich enkele verschillen voor in vergelijking met zinsontkenning. Er hoeft met name niet steeds versmelting vanniet met een onbepaalde constituent op te treden (maar dat is wel steeds mogelijk), bijv.:
12aJonas |wilde|niet een tóverformule |leren| (, maar een ríjmpje.)
bJonas |wilde|geen tóverformule |leren| (, maar een ríjmpje.)
Zie verder [29·4].
3
Bij partiële ontkenning kan het zinsdeel waarniet betrekking op heeft ook los komen van het negatie-element.Niet staat dan zover mogelijk achteraan in het middenstuk, datgene wat onder het bereik ervan valt komt meer naar links in de zin, eventueel zelfs op de eerste zinsplaats. Het desbetreffende element draagt ook nu weer een accent. De volgende (a)- en (b)-zinnen kunnen telkens met dezelfde betekenis naast elkaar voorkomen:
13aToen |is|niet Ján |gekomen| (, maar Kárel.)
bToen |is| Jánniet |gekomen| (, maar Kárel.)
14aDie woorden |zullen| natuurlijkniet allemáál in de woordenlijst |staan. |
bDie woorden |zullen| natuurlijk allemáálniet in de woordenlijst |staan.|
15aZe |hebben|niet álle studenten toe|gelaten| (, maar slechts énkele.)
bAlle studenten |hebben| zeniet toe|gelaten| (, maar slechts énkele.)
16aDie auto |is| meniet door Ján |beloofd| (, maar door Píet.)
bDoor Ján |is| me die autoniet |beloofd| (, maar door Píet.)
Plaatsing vanniet zoals in de (a)-zinnen is althans in de standaardtaal gewoner dan plaatsing zoals in de (b)-zinnen, die vooral in het zuiden van het taalgebied voorkomt.
Literatuur
    Interessante links
    ANS
      Taaladvies
        Dagenta
          Taalportaal
            Versiegeschiedenis
            versieredacteur(en)datumopmerkingen
            2.1januari 2019Automatische conversie van ANS 2.0
            2.0W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn1997
            Interessante links