Voorbeeldzoekerx
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags NederlandsClarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNarClarin login
  • Delpher
  • CelexClarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
21.3.6.2 Voegwoordelijk bijwoord + een ander zinsdeel
Verder lezen
In dit geval komen vooral voegwoordelijke bijwoorden voor die niet als enig element op de eerste zinsplaats kunnen staan, zoalsalthans,echter,evenwel,immers, maar ook andere, bijv.daarentegen,dus,nu entoch (vergelijk[21·3·2·1/iii], categorie[2]). Deze voegwoordelijke bijwoorden verbinden de zin met de voorafgaande context, bijvoorbeeld door het uitdrukken van een tegenstelling. Terzelfdertijd geven ze het zinsdeel waarmee ze samen op de eerste zinsplaats voorkomen een zekere prominentie, zonder dat dit zinsdeel daarmee per se het meest prominent is. Voorbeelden zijn:
1Gisteren echter |was| het weer heel wat minder mooi.
2In bepaalde gevallen immers |speelt| dat geen rol.
3Z'n broer daarentegen |wou| het maar niet |geloven.|
4Met die kerel dus |moet| ik |gaan samenwerken? |
5Deze man nu |bleek| een bedrieger |te zijn. |
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Een persoonlijk voornaamwoord dat gecombineerd met een voegwoordelijk bijwoord op de eerste zinsplaats voorkomt, heeft verplicht de volle vorm, bijv.:
iaZij echter |wilde| het maar niet |geloven. |
bZe echter |wilde| het maar niet |geloven.|uitgesloten
Literatuur
    Interessante links
    ANS
      Taaladvies
        Dagenta
          Taalportaal
            Versiegeschiedenis
            versieredacteur(en)datumopmerkingen
            2.1januari 2019Automatische conversie van ANS 2.0
            2.0W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn1997
            Interessante links