Voorbeeldzoekerx
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags NederlandsClarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNarClarin login
  • Delpher
  • CelexClarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
21.3.5.2 Het eerste deel van een gesplitst voornaamwoordelijk bijwoord
Verder lezen
Voornaamwoordelijke bijwoorden komen ook gesplitst voor (zie hierover [8·7·4]). In plaats van een heel voornaamwoordelijk bijwoord kan in dat geval ook alleen heteerste stuk op de eerste zinsplaats staan. Het tweede stuk van het voornaamwoordelijk bijwoord staat dan achteraan in het middenstuk (zie [21·5·2·2]).
Voorbeelden van voornaamwoordelijke bijwoorden metvragende enaanwijzende functie in respectievelijk de ongesplitste en de gesplitste vorm zijn:
1aWaarover |had| hij het?
bWaar |had| hij hetover?
2aDaartegen |is| veel protest |gerezen.|
bDaar |is| veel protesttegen |gerezen.|
Vragende voornaamwoordelijke bijwoorden met als tweede lidnaartoe,heen,langs ofvandaan kunnen niet of nauwelijks in hun geheel op de eerste zinsplaats voorkomen. Splitsing is dan met andere woorden (nagenoeg) verplicht. Vergelijk:
3aWaar naartoe |zal| ik dat |sturen?|twijfelachtig
bWaar |zal| ik datnaartoe |sturen?|
4aWaarlangs |komen| we zoal | | op onze tocht?twijfelachtig
bWaar |komen| we zoallangs | | op onze tocht?
Zie voor meer voorbeelden [8·7·4/2].
Het eerste stuk van een gesplitst vragend voornaamwoordelijk bijwoord staat overigens verplicht op de eerste zinsplaats. Het eerste stuk van een gesplitst aanwijzend voornaamwoordelijk bijwoord kan ook andere plaatsen in de zin innemen. Zie verder bij het middenstuk ( [21·4·2]).
Ook het eerste stuk van een voornaamwoordelijk bijwoord dat betrekking heeft op een zinsdeel verderop in de zin (vergelijk de gevallen in [21·3·2·1/i5]), kan voorop staan. In voorbeeld5 heeft het bijwoord betrekking op de naamwoordelijke constituenteen groot deel met de functie van lijdend voorwerp.
5aHij |heeft| een groot deeldaarvan op|gegeten.|
bDaarvan |heeft| hij een groot deel op|gegeten.|
cDaar |heeft| hij een groot deelvan op|gegeten. |
Literatuur
    Interessante links
    ANS
      Taaladvies
        Dagenta
          Taalportaal
            Versiegeschiedenis
            versieredacteur(en)datumopmerkingen
            2.1januari 2019Automatische conversie van ANS 2.0
            2.0W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn1997
            Interessante links