Voorbeeldzoekerx
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags NederlandsClarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNarClarin login
  • Delpher
  • CelexClarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
19.2.1 Inleiding
Verder lezen
1
Zinsdelen en zinsdeelstukken kunnen, behalve uit een- of meerwoordige constituenten, ook uit zinnen bestaan. In de onderstaande voorbeelden bestaat het lijdend voorwerp (gecursiveerd) achtereenvolgens uit één woord, een constituent van drie woorden en een zin:
1Ik hebhet hem verteld.
2Ik heb hemhet goede nieuws verteld.
3Ik heb hem vertelddat professor Edelman weer een fantastische uitvinding heeft gedaan.
De meeste zinsdelen kunnen in de vorm van een zin verschijnen. Behalve het lijdend voorwerp zoals in3, kunnen bijvoorbeeld ook het onderwerp en een bijwoordelijke bepaling als zin optreden, zie respectievelijk:
4Dat het gaat vriezen is nu wel zeker.
5Als de kinderen allemaal binnen zijn, moet je de bel luiden.
Een voorbeeld van een zinsdeelstuk dat als zin verschijnt, is het gecursiveerde gedeelte van6:
6De Europese landendie niet tot de EU behoren, zullen wel tegenstemmen.
In dit voorbeeld is de gecursiveerde zin een bijvoeglijke nabepaling binnen de naamwoordelijke constituent die als onderwerp van het gezegdezullen tegenstemmen fungeert.
Zinnen kunnen ook meer dan één zin als deel bevatten; zo bestaat in7 zowel de bijwoordelijke bepaling als het lijdend voorwerp uit een zin:
7Wanneer je Pieter ziet, moet je hem zeggendat hij die rommel zo snel mogelijk van de hand moet doen.
Naargelang van de functie die een zin als zinsdeel of zinsdeelstuk vervult, spreekt men van een onderwerpszin (zie4), een lijdendvoorwerpszin (bijv. dedat -zinnen in3 en7), eenbijwoordelijke (bij)zin (zie deals-zin in5 en de doorwanneer ingeleide zin in7), enz., of van eenbijvoeglijke (bij)zin (zie6). (Voor het begrip 'bijzin' zie men [19.2.2].)
2
Zinsdelen of zinsdeelstukken die uit een zin bestaan, zijn zelf weer uit verschillende zinsdelen opgebouwd: ze bevatten ook weer op z'n minst een onderwerp en een gezegde.
Een zin die meer dan één verbinding van een onderwerp en een gezegde bevat, wordt eensamengestelde zin genoemd. De voorbeelden3 t/m7 zijn dus samengestelde zinnen. Ter onderscheiding daarvan noemt men een zin met maar één verbinding van een onderwerp en een gezegde (zoals de voorbeelden1 en2) eenenkelvoudige zin.
In de voorbeelden3 t/m7 is er sprake van een onderschikkende relatie tussen de delen van de samengestelde zin. De ondergeschikte zin is ofwel een zinsdeel binnen de 'hogere' zin (zie [19.2.3]), zoals in3 t/m5 en7, ofwel een zinsdeelstuk binnen een (naamwoordelijke) constituent van die zin, zoals de bijvoeglijke zin in6.
Daarnaast is er ook een andere relatie mogelijk, zoals in de volgende zin:
8Dick schilt de aardappelen en Mieke wast de groenten.
Ook in dergelijke gevallen spreekt men van een samengestelde zin. De relatie tussen de samenstellende delen is hier niet onderschikkend, maar nevenschikkend. Noch het gedeelteDick schilt de aardappelen, noch het gedeelteMieke wast de groenten vervult de functie van een zinsdeel of zinsdeelstuk binnen het andere gedeelte of binnen het grotere geheel. Beide gedeelten staan in principe als gelijkwaardig naast elkaar. Aan zulke samengestelde zinnen wordt hier verder geen aandacht besteed. Nevenschikking van zinnen komt uitvoerig aan de orde in de hoofdstukken 24 t/m 26.
Literatuur
    Interessante links
    ANS
      Taaladvies
        Dagenta
          Taalportaal
            Versiegeschiedenis
            versieredacteur(en)datumopmerkingen
            2.1januari 2019Automatische conversie van ANS 2.0
            2.0W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn1997
            Interessante links