Voorbeeldzoekerx
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS
Woordenboeken
- INT (500 AD - heden)
- Etymologiebank
- Woordenlijst.org
Corpora en lexica
- Corpus Hedendaags NederlandsClarin login
- GrETEL (CGN, Lassy)
- SoNarClarin login
- Delpher
- CelexClarin login
Overige bronnen
- Taalportaal
- DBNL
- Taaladvies.net
- Wikipedia
18.5.4.1.ii Weglaatbaarheid vante bij infinitieven
Verder lezen
   Of een infinitief als werkwoordelijke aanvulling al dan niet voorafgegaan   wordt doorte, is afhankelijk van het groepsvormend werkwoord   (hulpwerkwoord) waarbij de infinitief aanvulling is. Meestal is er per   groepsvormend werkwoord maar één mogelijkheid: infinitief mette of infinitief zonderte. Soms zijn er twee   mogelijkheden, meestal samenhangend met syntactische en/of semantische   factoren. Een enkele keer zijn er regionale verschillen. Deze   bijzonderheden worden vermeld bij de behandeling van de desbetreffende   combinaties in de volgende subparagrafen. Hieronder volgen algemene regels   van syntactische aard over de weglaatbaarheid vante en enkele   opmerkingen van stilistische aard.
   De groepsvormende werkwoordenliggen,zitten,staan enlopen   (zie   [18.5.4.2]), alsmede de werkwoorden(be)hoeven   (zie   [18.5.4.4]) endurven   (zie   [18.5.4.7]), die normaal met een infinitief mette   gecombineerd worden, kunnen onder bepaalde voorwaarden toch een infinitief   zónderte als aanvulling krijgen. Het groepsvormende werkwoord   moet als deel van een werkwoordelijke eindgroep direct aan zijn aanvulling   vooraf gaan en bovendien voldoen aan één van de volgende drie voorwaarden:
- het verschijnt zelf als infinitief zonderte, dat wil zeggen dat het zelf afhankelijk is van een ander groepsvormend werkwoord (hulpwerkwoord) dat een (vervangende) infinitief als aanvulling vereist (bijv.hebben/zijn of een modaal hulpwerkwoord zoalskunnen);
- het groepsvormend werkwoord is achter-pv met een meervoudsvorm van de indicatief presens (en komt dus in vorm en plaatsing overeen met een infinitief zonderte);
- het groepsvormend werkwoord treedt zelf op als infinitief mette, dat wil zeggen het hangt zelf al af van een groepsvormend werkwoord datte + infinitief als aanvulling vereist (zoals bijv.schijnen).
We illustreren een en ander aan de hand van het groepsvormend werkwoordzitten:
1aWim zitte   slapen.
bWim zit    slapen.uitgesloten
2aWim heeft de hele les zittente slapen.
bWim heeft de hele les zitten    slapen.
3aDie jongens zitten de hele leste slapen.vóór-pv
bDie   jongens zitten de hele les slapen.uitgesloten
4aAls die jongens de hele les    zittente slapen, zullen ze niet veel opsteken.achter-pv
bAls die jongens de hele les   zitten slapen, zullen ze niet veel opsteken.
5aWim   schijnt de hele les te zittente    slapen.twijfelachtig
bWim schijnt de hele les te   zitten slapen.
Het groepsvormend werkwoordhangen (onovergankelijk), dat naar   de betekenis bijzitten etc. aansluit, vormt op dit alles een   uitzondering: de ervan afhangende infinitief behoudt in de regelte, ook als aan één van de genoemde voorwaarden voldaan is   (zie   [18.5.4.2] voor voorbeelden).
   We lichten de drie hierboven genoemde gevallen toe:
-     (ad[1]/[2]) In werkwoordgroepen die aan de    eerste of de tweede voorwaarde voldoen, iste soms vrij     weglaatbaar (zoals in de zinnen2     en4 hierboven), soms lijkt    weglating vante nagenoeg verplicht. Vooralsnog valt niet    precies aan te geven wanneer het ene of het andere het geval is. We    volstaan met een aantal voorbeelden ter vergelijking. Het facultatievete is hier, evenals in de volgende subparagrafen, tussen    ronde haakjes geplaatst:6Aan zijn integriteit heeft men nooit hoeven (te) twijfelen.7Als ze aan zijn integriteit niet hoeven (te) twijfelen, wat is dan het probleem?8Met die jurk heeft ze zich nooit in het openbaar durven (te) vertonen.9Als ze zich met die jurken nooit in het openbaar durven (te) vertonen, moet er toch wel iets mee aan de hand zijn.10Kijk die mensen toch eens staan (te) dringen!11aDe kinderen hebben de hele middag lopente zoeken.twijfelachtigbDe kinderen hebben de hele middag lopen zoeken.12aIk moest daar zeker twee uur zittente wachten.twijfelachtigbIk moest daar zeker twee uur zitten wachten.13aWe zagen hem bij de bushalte staante wachten.twijfelachtigbWe zagen hem bij de bushalte staan wachten.14aJullie gaan toch niet weer liggente zeuren, hè?bJullie gaan toch niet weer liggen zeuren, hè?15aHij bleef de hele middag op zijn bed liggente lezen.twijfelachtigbHij bleef de hele middag op zijn bed liggen lezen.16aOndanks alle bedreigingen bleef hij de waarheid durvente zeggen.twijfelachtigbOndanks alle bedreigingen bleef hij de waarheid durven zeggen.In eindgroepen die uit drie of meer werkwoorden bestaan, is weglating vante voor het zelfstandig werkwoord verplicht. Vergelijk:17aAls je nu nog heel even blijft staante wachten, dan ga ik zo met je mee.uitgeslotenbAls je nu nog heel even blijft staan wachten, dan ga ik zo met je mee.18aIk hoop dat jullie niet opnieuw gaan liggente zeuren.uitgeslotenbIk hoop dat jullie niet opnieuw gaan liggen zeuren.19aMag ik nog heel even blijven liggente lezen?uitgeslotenbMag ik nog heel even blijven liggen lezen?20aWe waren bang dat we uren zouden moeten lopente zoeken.uitgeslotenbWe waren bang dat we uren zouden moeten lopen zoeken.
-     (ad[3]) Bij werkwoordgroepen die aan de derde voorwaarde    voldoen is er op z'n minst een sterke voorkeur voor weglating vante bij de laatste infinitief. Zie zin5 en de volgende twee voorbeelden:21aAan zijn integriteit schijnt men niet te hoevente twijfelen.bAan zijn integriteit schijnt men niet te hoeven twijfelen.22aMet die jurk schijnt ze zich nooit in het openbaar te durvente vertonen.bMet die jurk schijnt ze zich nooit in het openbaar te durven vertonen.
Er bestaat een tendentie om een opeenvolging van twee infinitieven mette na elkaar in dezelfde zin te vermijden. De (b) -varianten van de zinnen5,21 en22 zijn dan ook te verkiezen boven   de (a) -varianten. Daar staat echter tegenover dat het niet   mogelijk iste zonder meer weg te laten bij andere dan de   hierboven genoemde groepsvormende werkwoorden, althans niet in de   standaardtaal:
23Wij   hebben het gedaan om dat kind te trachten redden.uitgesloten
24Het   schijnt nu werkelijk hard te beginnen vriezen.regionaal
25(Hij knapt   goed op: ) hij begint al weer te proberen lopen.regionaal
Voor het regionale karakter van zinnen als de laatste twee zie men   respectievelijk   [18.5.4.20]   en   [18.5.4.17/2].
   Zinnen met twee infinitieven mette achter elkaar zijn ook   hier theoretisch mogelijk, maar ze zijn ongebruikelijk. Zinnen als26 t/m28 worden dan ook stilistisch niet   fraai gevonden:
26Wij hebben het gedaan om dat   kind te trachtente redden.
27Het schijnt nu werkelijk hard   te beginnente vriezen.
28(Hij knapt goed op: ) hij   begint al weer te proberente   lopen.
In de praktijk zal men de voorkeur geven aan niet-groepsvormend gebruik vantrachten in plaats van23, waardoor de twee     infinitieven mette niet meer vlak achter elkaar staan (zie29),    en een zin met een bijzin in plaats van24, waardoor de    eerste infinitief in een persoonsvorm wordt veranderd (bijv.30); ook toevoeging vanom vóórte zoals in31 kan de zin wat natuurlijker doen     klinken (proberen is dan niet langer groepsvormend gebruikt):
29Wij hebben het gedaan om te   trachten dat kindte redden.
30Het schijnt dat het nu   werkelijk hard begintte    vriezen.
31(Hij knapt goed op: ) hij   begint al weer te proberenom te   lopen.
Met name in gesproken taal zijn soms gevallen als de zinnen hieronder te   horen waarinte bij deeerste infinitief   weggelaten is:
32Wim   schijnt de hele les zitten te slapen.twijfelachtig
33Aan   zijn integriteit schijnt men niet hoeven te   twijfelen.twijfelachtig
34Wij   hebben het gedaan om dat kind trachten te redden.twijfelachtig
35Het   schijnt nu werkelijk hard beginnen te vriezen.twijfelachtig
36(Hij   knapt goed op: ) hij begint al weer proberen te lopen.twijfelachtig
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
| versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen | 
| 2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
| 2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | 
Interessante links


