Voorbeeldzoekerx
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS
Woordenboeken
- INT (500 AD - heden)
- Etymologiebank
- Woordenlijst.org
Corpora en lexica
- Corpus Hedendaags NederlandsClarin login
- GrETEL (CGN, Lassy)
- SoNarClarin login
- Delpher
- CelexClarin login
Overige bronnen
- Taalportaal
- DBNL
- Taaladvies.net
- Wikipedia
5.2.9.2 Het gebruik vanmen,ze,je,ge enwe
Verder lezen
1
Het voornaamwoordmen wordt alleen gebruikt als onderwerp van een zin (gecombineerd met een enkelvoudige persoonsvorm) en behoort voornamelijk tot formele taal. Het stelt de door het gezegde uitgedrukte werking centraal en duidt alleen vaag aan dat die werking verricht of ondergaan wordt door personen.
Zinnen metmen als onderwerp zijn te vergelijken met passieve zinnen zonderdoor-bepaling. Dergelijke zinnen worden ook gebruikt om een handeling enz. centraal te stellen, waarbij de 'handelende' persoon in het vage wordt gelaten. Vergelijk:
1aMen heeft mij vanmorgen verteld dat de regering gevallen is.formeel
bEr werd mij vanmorgen verteld dat de regering gevallen is.
Niet elke passieve zin heeft echter een actieve pendant metmen; ook het omgekeerde geldt. Voor beperkingen op de vorming van passieve zinnen: [22]. In enkele gevallen is wel een passieve zin mogelijk, maar geen zin metmen. Dat is het geval als het onderwerp van de corresponderende actieve zin geen personen kan aanduiden, en in enkele vaste verbindingen. Voorbeelden:
2aEr is deze winter niet veel hooi gevreten.
bMen heeft deze winter niet veel hooi gevreten.uitgesloten
cEr wordt geklopt.
dMen klopt.uitgesloten
eEr wordt gebeld.
fMen belt.uitgesloten
Andere beperkingen op het gebruik vanmen zijn de volgende:
- Het kan niet gebruikt worden in zinnen met presentatiefer. Vergelijk:3aMen heeft beweerd dat je ziek bent.formeelbEr heeftmen beweerd dat je ziek bent.uitgesloten
- Het kan niet gecombineerd worden met een nabepaling:4aMensen die zoiets hebben meegemaakt, zijn er niet veel.bMen die zoiets heeft meegemaakt, zijn er niet veel.uitgesloten
- Het kan niet beklemtoond worden, behalve wanneer het de spreker om een ironisch effect te doen is, bijv.5Mén zegt dat roken ongezond is, maar hoe weetmén dat?formeel6Ja,mén zegt zoveel.formeel
- Binnentekstelijke verwijzing naarmen is alleen mogelijk als het verwijzende voornaamwoord in dezelfde enkelvoudige zin staat. De verwijzing gebeurt dan door middel van een bezittelijk, wederkerend of wederkerig voornaamwoord. Voorbeelden:7Men doetzijn best.formeel8Men heeftzich weer eens vergist.formeel9Men moetelkaar liefhebben.formeelAls het om een of andere reden noodzakelijk is ter verwijzing naar een vaag omschreven onderwerp een voornaamwoord te gebruiken in een andere zin, dan is het gebruik vanmen uitgesloten en doet men een beroep op andere middelen. Voorbeelden:10Hoe houdteen mens het uit alsmaar geld te tellen dathem niet toebehoort!11Alsiemand voor anderen zijn best heeft gedaan, en ondank is danzijn loon, dan gaat de aardigheid eraf.
Aangezienmen alleen als onderwerp te gebruiken is (zie hiervoor), moet dus ook voor de uitdrukking van de overige zinsdeelsfuncties een beroep gedaan worden op andere middelen, bijv.:
12Zoiets doeteen mens goed.
2
De functie vanmen kan gedeeltelijk worden overgenomen door de voornaamwoordenze,je (en zijn regionale nevenvormge) enwe. Doorze worden niet nader bepaalde personen aangeduid met uitsluiting van spreker en hoorder. Bij gebruik vanje/ge zijn spreker en hoorder juist niet uitgesloten:je/ge betekent 'een mens' of 'mensen' en wordt dus gebruikt in algemene uitspraken. Voorwe geldt hetzelfde, maar dit voornaamwoord is beperkt in gebruik. Alsmen gebruikt wordt, kunnen spreker en hoorder zowel uit- als ingesloten zijn. Vergelijk (bij de volgende voorbeelden is verondersteld dat de zinnen met hetzelfde nummer dezelfde betekenis hebben):
13aZe praten er al over in de stad.
bMen praat er al over in de stad.formeel
cJe /ge praat er al over in de stad.uitgesloten
dWe praten er al over in de stad.uitgesloten
14aHebbenze dat gebouw nu toch gerestaureerd?
bHeeftmen dat gebouw nu toch gerestaureerd?formeel
cHebje/hebtge dat gebouw nu toch gerestaureerd?uitgesloten
dHebbenwe dat gebouw nu toch gerestaureerd?uitgesloten
15aJe weet nooit wat er kan gebeuren.
bGe weet nooit wat er kan gebeuren.regionaal
cWe weten nooit wat er kan gebeuren.
dMen weet nooit wat er kan gebeuren.formeel
eZe weten nooit wat er kan gebeuren.uitgesloten
16aIn Amerika zieje de vreemdste dingen.
bIn Amerika zietge de vreemdste dingen.regionaal
cIn Amerika zienwe de vreemdste dingen.
dIn Amerika zietmen de vreemdste dingen.formeel
eIn Amerika zienze de vreemdste dingen.uitgesloten
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
| versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
| 2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
| 2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |
Interessante links


