Voorbeeldzoekerx
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS
Woordenboeken
- INT (500 AD - heden)
- Etymologiebank
- Woordenlijst.org
Corpora en lexica
- Corpus Hedendaags NederlandsClarin login
- GrETEL (CGN, Lassy)
- SoNarClarin login
- Delpher
- CelexClarin login
Overige bronnen
- Taalportaal
- DBNL
- Taaladvies.net
- Wikipedia
2.1 Algemene inleiding
Verder lezen
1
Morfologisch kan hetwerkwoord gedefinieerd worden als een woord datvervoegd kan worden. Dit betekent dat het werkwoord vormveranderingen kan ondergaan die samenhangen met bepaalde syntactische en/of semantische eigenschappen van de constituenten waarmee het in een zin gecombineerd wordt. Zo is er verschil in werkwoordsvorm bij verschil in persoon van het onderwerp: in1awerk (eerste persoon), in1bwerkt (derde persoon). Iets dergelijks doet zich voor bij verschil in getal: in1bwerkt (enkelvoud), in1cwerken (meervoud):
1aIkwerk bij een handelsonderneming.
bMeneer De Witwerkt bij een handelsonderneming.
cMeneer De Wit en mevrouw De Bruinwerken bij een handelsonderneming.
Deze overeenkomst in persoon en getal wordtcongruentie genoemd. Werkwoordsvormen die congrueren met hun onderwerp hetenpersoonsvorm (afgekort: pv), bijv.werk,werkt enwerken respectievelijk in1a,1b en1c. Vormen van de imperatief (gebiedende wijs) worden ook persoonsvorm genoemd als het onderwerp van de zin niet uitgedrukt is.
Persoonsvormen zijn bovendien nog door hun vorm gekenmerkt als presens of imperfectum, waarmee onder andere kan worden aangeduid of dat wat het werkwoord uitdrukt, samenvalt met het spreekmoment, dan wel daarvóór ligt:werkt in2a is presens,werkte in2b is imperfectum:
2aMeneer De Witwerkt tegenwoordig bij een handelsonderneming.
bMeneer De Witwerkte vorig jaar nog op een ministerie.
Als er in dezelfde enkelvoudige zin meer werkwoorden voorkomen, congrueert er één met het onderwerp en hebben de andere de vorm van een deelwoord dan wel een infinitief. Zo verschijnt in3a het voltooid deelwoordgewerkt, in3b de infinitiefwerken:
3aMeneer De Witheeft op een ministeriegewerkt.
bMeneer De Witgaat bij een handelsondernemingwerken.
Zie voor de vervoeging van het werkwoord [2.3], voor het gebruik van de werkwoordsvormen (zoals presens en imperfectum) [2.4].
Een ander morfologisch kenmerk van het werkwoord, dat het met verschillende andere woordsoorten gemeen heeft, is het vermogen om door samenstelling en/of afleiding andere woorden (waaronder andere werkwoorden) te vormen. Zo bestaan naastwerken bijv. de werkwoordenbewerken,verwerken,samenwerken enhandwerken. Zie voor de woordvorming op basis van een werkwoord[12].
2
Syntactisch kan het werkwoord omschreven worden als een woord dat (als persoonsvorm) onder andere een verbinding kan aangaan met een persoonlijk voornaamwoord in onderwerpsvorm (zie1a).
Een andere syntactische eigenaardigheid van werkwoorden is hun vermogen om met bepaalde andere werkwoorden gecombineerd te worden. Zo bijv.heeft gewerkt in3a engaat werken in3b; vergelijk ook nog de volgende voorbeelden, waarin de met elkaar gecombineerde werkwoorden gecursiveerd zijn:
4Meneer De Witzou bij een handelsonderneminggaan werken.
5Meneer De Withad liever op het ministeriewillen blijven werken.
Alle werkwoorden die in dezelfde enkelvoudige zin voorkomen, vormen tezamen het werkwoordelijk gezegde. Zie voor de verschillende combinatiemogelijkheden en de kenmerken daarvan [18.5].
In alle tot nog toe gegeven zinnen iswerken een voorbeeld van een zelfstandig werkwoord, de andere werkwoorden die in dezelfde zin voorkomen, worden groepsvormende werkwoorden (c.q. hulpwerkwoorden) genoemd. Zie voor deze en andere syntactische onderscheidingen [2.2].
3
Semantisch is het werkwoord te karakteriseren als een woord dat 'een werking' uitdrukt. Deze werking wordt door het werkwoord (als persoonsvorm) voorgesteld enerzijds als verbonden met een zelfstandigheid (genoemd of aangeduid door het onderwerp) en anderzijds als gesitueerd in de tijd. Het verband tussen werking en zelfstandigheid en tussen werking en situering in de tijd wordt gelegd door de vorm(veranderingen) van het werkwoord. De hierboven gegeven voorbeelden illustreren dit voldoende.
Het begrip 'werking' moet wel ruim worden opgevat. Het omvat behalve 'iets doen' (werken in de bovenstaande voorbeelden) onder andere ook 'bewegen' (zie6), 'gebeuren' (zie7), 'veranderen' (zie8), 'in een toestand verkeren' (zie9) en 'een eigenschap hebben' (zie10). Vergelijk:
6De autoschoof van de rijbaan af in de berm.
7Het congresvond plaats in de maand augustus.
8De luchtbetrok.
9Het etenstaat op tafel.
10Oude liefderoest niet.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
| versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
| 2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
| 2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |
Interessante links


