Maarten Harpertszoon Tromp is misschien wel de meest opvallende zeeheld die de Nederlandse geschiedenis rijk is. In een tijd van internationale spanning en toenemende wereldhandel stond hij afwisselend in dienst van de koopvaart en de marine. Daar werkte hij zich op van scheepsjongen tot opperbevelhebber.

‘Piet Hein, zijn naam is klein, zijn daden benne groot, zijn daden benne groot, hij heeft gewonnen de Zilveren Vloot …’’ De triomfantelijke tekst van het beroemde lied over Piet Hein. In 1628 kaapte hij een zeer waardevol zeetransport van de Spaanse overheerser, waardoor hij een van de bekendste zeehelden van Nederland werd.

Clara van Spaerwoude is onlosmakelijk verbonden met de Delftse geschiedenis. Er is zelfs een Delftse straat naar haar vernoemd. Het meest bekend werd Van Spaerwoude vanwege haar enorme erfenis, die ze verdeelde in de vorm van huwelijksgiften. Tot ruim driehonderd jaar na haar dood maakte zij daarmee vele bruidsparen gelukkig.

Antoni van Leeuwenhoek staat vooral bekend als de man die de microscoop verbeterde. Hij deed echter ook diverse vooruitstrevende wetenschappelijke ontdekkingen. Nog steeds wordt deze pionier gerespecteerd om zijn bijzondere verdiensten als uitvinder en onderzoeker.

De ‘Meester van het licht’, ‘Sfinx van Delft’, ofwel Johannes Vermeer, is misschien wel de beroemdste schilder uit de Nederlandse geschiedenis. Met zijn unieke werken, waarin vooral de verbluffende weergave van het zonlicht opvalt, verwierf deze Delvenaar internationale faam. Vermeer stierf echter als armoedzaaier …

‘Hoe genoeglyk rolt het leven, des gerusten lantmans heen, die zyn zaligh lot, hoe kleen, om geen koningskroon zou geven!’ Zo luidt het begin van ‘Akkerleven’, van dichter Hubert Korneliszoon (Huibert) Poot. Mede dankzij dit gedicht verwierf Poot een onuitwisbare plek in de Nederlandse geschiedenis.

Anthonie Heinsius was een uit Delft afkomstig staatsman in de tijd van stadhouder Willem III van Oranje. Begonnen als advocaat, werkte hij zich uiteindelijk op tot raadspensionaris van het gewest Holland – zij het niet helemaal vrijwillig …

Na de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) werd het protestantisme de overheersende godsdienst in de Nederlanden. De Beeldenstormers hadden alle kerken met geweld ontdaan van heiligenbeelden. Katholieken moesten noodgedwongen samenkomen in schuilkerken. Dichter, jurist en priester Johannes Stalpaert van der Wiele nam het voor hen op.