Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:



Meehelpen? Ga naar etymologieWiki

 

Jaarwoordgenerator
Vul hier een jaartal in (vanaf 1800) en ontdek welke woorden er in dat jaar aan het Nederlands werden toegevoegd.

 

hijsen - (naar boven trekken)

Etymologische (standaard)werken

M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009)Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdam

hijsenww. ‘naar boven trekken’
Mnl.*hysen ‘naar boven halen’ inin de locht geheesen ‘in de lucht gehesen’ [1461; van der Meulen 1953b, 289-290];vnnl.hys(s)en inde Coopman zal ... de Vaten of Tonnen ... doen uyt-hijssen [1551; WNTkloppen I],haer achterfocken ... te hyssen ‘hun achterfokken hijsen’ [1564; WNTzee I],onsen stengen gehyst mits de windt wadt gaen leggen was ‘de stengen (mastverlengstukken) gehesen omdat de wind wat was gaan liggen’ [1598; WNTvroegkost],wy hysten onse Seylen op [1602; WNTschoot II].
Herkomst onduidelijk. In de 15e en 16e eeuw verschijnt dit woord als zeevaartterm in de talen rondom de Noordzee en verder weg, maar de ontleningslijnen zijn moeilijk na te trekken. Opvallend is dat de oude attestaties meestal de vorm van commando's hebben, maar het is niet uit te maken of het om de gebiedende wijs bij bestaande werkwoorden gaat of om tussenwerpsels waar de werkwoorden later bij zijn gevormd. Ook over de uiteindelijke oorsprong van deze woordengroep kan men slechts gissen. Meestal veronderstelt men klanknabootsing van het geluid van het optrekken van de zeilen. Corominas ziet daarentegen verband met Oudfranshicier ‘(jachthonden) ophitsen’ [1180] en gaat dus uit van een aanmoedigingskreet.
Het Nederlandse werkwoord zal
oorspr. zwak zijn geweest (zie de vindplaatsen uit 1598 en 1602), maar heeft zich aangesloten bij de sterke werkwoorden van de eerste klasse, naar analogie van veel andere werkwoorden met de stamklinkerij.
De oudste schriftelijke vindplaatsen in de afzonderlijke talen zijn onder meer: Middelengelshissa! (gebiedende wijs) ‘hijs!’ [
ca. 1450] bij een infinitiefhys(s)e,hyce, modern noordelijk Engelsheeze (de standaardvormhoist is als ouderhoise aan het Nederlands ontleend); Schotsheisau (gebiedende wijs) ‘hijs!’ [1549; OED]; NederduitsHis up dat segel ‘hijs het zeil (op)’ [1536; Kluge21], waaruit Hoogduitshissen; Deenshejse, verouderdhisse; Zweedshissa [1544; Hellquist], verouderd ookhejssa [1594]; Noorshissa; IJslandshisa; Fransinse! (gebiedende wijs) [1552; Rey],ysser [1573; Rey], modern Franshisser; Spaanshiza (gebiedende wijs) [1599; OED] met moderne infinitiefizar; Portugeesiçar; Italiaansissare.

J. de Vries (1971),Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leiden

hijsen ww., een echte term van de zeemanstaal, die het eerst in het nnl. 1461 vermeld wordt, terwijl het nnd.hissen,hīsen in 1536 in Hamburg voorkomt. Het woord is in vele talen overgenomen en wordt daar soms eerder vermeld dan de oudste bekende plaats in het nl. zoals ne.hissa (1450). Verder zijn te noemen hd.hissen, de.heise, ne.hoist. Maar ook in de rom. talen, zoals fra.hisser (sedert de 16de eeuw, Valkhoff 168), spa.hizar,izar, port.isar (Van der Meulen, Ts. 71, 1953, 285-297). — Waarschijnlijk is het een klanknabootsend woord:hīs bootst na het geluid bij het optrekken van de zeilen.

De samenstellinghijstakel werd ook in het frans overgenomen alsitaque,itacle,étacle. Reeds bij Wace c. 1155 vinden wijitague (Valkhoff 175). Daarmee zou dus het bestaan van het woordhijsen in het mnl. nog veel ouder te dateren zijn. Maar het is twijfelachtig of dit fra. woord vanhijstakel is overgenomen; de plaats in Wace doet eerder aan noordgerm. herkomst denken; daarom heeft men gedacht aan on.taug ‘touw’ met onduidelijke voorvoeging van een vocaal (Gamillscheg 533).

N. van der Sijs (2010),Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uitUitleenwoordenbank 2015

hijsen ‘naar boven trekken’ -> Engels †hoise ‘naar boven trekken’; Schots heeze, heise, hese; hease, hyse, hize ‘naar boven trekken; (fig.) verheffen; iemand voortjagen; dansen op een levendige manier; pret maken; (van prijzen) stijgen; snel reizen, haasten; wemelen, vol zijn (van)’; Duits heißen, hissen ‘naar boven trekken’ (uit Nederlands of Nederduits); Deens hejse ‘naar boven trekken’; Noors heise ‘naar boven trekken’; Zweeds hissa ‘naar boven trekken’ (uit Nederlands of Nederduits); Fins hissata ‘naar boven trekken’ <via Zweeds>; Frans hisser ‘met een touw omhoog trekken; met kracht omhoog trekken’; Spaans izar ‘(op)hijsen’ <via Frans>; Portugees içar ‘naar boven trekken’ <via Frans>; Pools hysować, hisować ‘de zeilen omhooghijsen, naar boven trekken’; Esperanto hisi ‘naar boven trekken’ <via Frans>; Berbice-Nederlands hesi ‘naar boven trekken’; Papiaments hisa (ouder: hizá) ‘naar boven trekken’ (uit Nederlands of Spaans); Sranantongo (h)èisi ‘naar boven trekken’; Sarnami hice ‘naar boven trekken’.

Dateringen of neologismen

N. van der Sijs (2001),Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdam

hijsen* naar boven trekken 1645 [WNT]

Hosted by Instituut voor de Nederlandse Taal


[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp